VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Terwijl de bladeren van de bomen vallen en oliebollenkramen verschijnen, verschijnt ook de nieuwe World Economic Outlook van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Is het deze herfst leuke macro-economische lectuur? Een echt economenantwoord: ja en nee.

Fotografie: ©AP Photo/Jose Luis Magana

Eerder dit jaar keek het IMF ook al in de glazen bol. De vrees was destijds dat de draconische invoerheffingen in de VS en handelsoorlogen tussen Washington en nagenoeg alle belangrijke economieën de mondiale economie tot stilstand zouden brengen. In oktober 2025 concludeert het IMF dat de wereldeconomie onverwacht sterke veerkracht vertoonde. Het instituut stelt echter ook dat dit slechts tijdelijk is en niet duidt op fundamentele kracht.

Uitstel
Dat de wereldeconomie zich in het licht van handelsoorlogen en hoge invoerheffingen staande wist te houden, heeft een aantal redenen. Zo zijn de hogere heffingen met vertraging geïmplementeerd, wat Amerikaanse bedrijven de kans gaf prijsverhogingen uit te stellen. Zij waren ook huiverig voor imagoschade. 

Met het oog op de onzekerheid rond de heffingen hebben ze gewacht met het verhogen van de prijzen, om consumenten nog niet tegen zich in het harnas te jagen. 

Bedrijven hebben eerst op andere manieren gereageerd op de invoerheffingen. Ze pasten bijvoorbeeld hun logistieke ketens aan de nieuwe omgeving aan. Amerikaanse bedrijven hadden dankzij hoge winsten de financiële ruimte om de gestegen kosten deels zelf op te vangen. Tot slot anticipeerden ze aan het begin van het jaar al op komende handelsoorlogen. Zo kochten Amerikaanse bedrijven veel meer producten in het buitenland om de hogere heffingen voor te zijn. Dat betekende dat ze eerder dit jaar in hun productiekosten nog relatief weinig impact voelden. 

Somber
Dat zijn echter allemaal tijdelijke oplossingen geweest, aldus het IMF. De aangepaste toeleveringsketens betekenen wel structureel hogere kosten. Als de nieuwe situatie het efficiëntst zou zijn, dan hadden die bedrijven wel eerder voor de nieuwe leveranciers gekozen. Bovendien zijn de producten die zijn ingekocht voordat de hogere heffingen werkelijkheid zouden worden, nu zo goed als op. 

Nu die tijdelijke factoren die voor de veerkracht van de economie hebben gezorgd wegvallen, ziet het IMF steeds meer de effecten van het toegenomen protectionisme in de wereld. Zo is de inflatie in de VS weer aan het stijgen en de arbeidsmarkt draait aanmerkelijk minder goed dan voorheen. De wereldeconomie is ook meer gefragmenteerd geraakt, aldus het IMF. Dat zorgt voor minder efficiency op mondiaal niveau. De belangrijkste motoren die de economie voortstuwen, namelijk consumentenbestedingen en investeringen van bedrijven, draaien ook al trager. Dat komt mede door de sombere stemming onder zowel huishoudens als bedrijven. 

Al met al ziet het IMF de wereldeconomie met 3,1 procent groeien in 2026. Dat is geen percentage dat wijst op een uitbundige expansie. Voor de coronapandemie was er sprake van een gemiddelde jaarlijkse groei van 3,7 procent. De Amerikaanse economie heeft volgend jaar naar verwachting een plus van circa 2 procent en die van de eurozone ongeveer 1 procent, met de toevoeging dat de groei in de grote landen zoals Duitsland, Frankrijk en Italië naar verwachting onder de 1 procent zal liggen. En dat is allemaal met de aannames dat de olieprijs ook in 2026 blijft zakken, de Federal Reserve de rente behoorlijk verlaagt en de handelsoorlog niet opnieuw oplaait. 

Prijskaartje
Naar aanleiding van toegenomen spanningen in de wereld, willen veel westerse landen tegelijkertijd minder afhankelijk zijn van het buitenland. In dat kader heeft industriepolitiek een comeback gemaakt. Daarbij proberen landen hun eigen industrie te steunen via subsidies, staatshulp en protectionistische maatregelen om de buitenlandse concurrentie zo veel mogelijk te weren. Het IMF waarschuwt dat aan dit beleid wel een prijskaartje hangt. 

Het genoemde beleid werkt bijvoorbeeld structureel hogere inflatie in de hand. Het zorgt er ook voor dat de staatsschulden verder toenemen terwijl ze in veel landen al problematisch hoog zijn, zoals we inmiddels zien in Frankrijk. Daar is door de precaire financiële situatie sprake van behoorlijke politieke instabiliteit. Hoge staatsschulden brengen ook het gevaar met zich mee dat er almaar meer politieke druk op de centrale bank komt om de rentes laag te houden. Ook dat is wat we al zien gebeuren. Het IMF concludeert ook dat industriebeleid in de sectoren die ermee te maken hebben op korte termijn tot enig succes kan leiden. Op langere termijn pakken de gevolgen voor de gehele economie echter vaak per saldo negatief uit. 

Aanhoudende druk
De onzekerheid rond beleid en financiële stabiliteit is groot, en dat lijkt voorlopig zo te blijven. Uit het verleden weten we dat dit geen omgeving is waarin de economie goed kan gedijen. 

Ondertussen geldt voor beleggers dat ze, met het oog op de macro-economische omgeving, rekening moeten houden met opwaartse druk op de inflatie, aanhoudend hoge begrotingstekorten, stijgende staatsschulden en politieke druk op de centrale banken om de overheden een helpende hand te bieden. Het behoeft geen uitleg dat dit effecten op de financiële markten kan en zal hebben. 

Het IMF publiceert het WEO-rapport in de herfst en het voorjaar van elk jaar. Hopelijk zal de versie wanneer de bomen weer volop in de bladeren zitten in 2026 aangenamer macro-economisch proza zijn. 





VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap